Annexes:

Contenu

1. Marché de connaissance

Loop met je aantekeningenschrift door de klas. Stel zoveel mogelijk vragen over het boek, het verhaal en de personages aan klasgenoten om je eigen kennis aan te vullen en je expertrol over jouw hoofdstukken uit te voeren. Vergeet niet om je aantekeningen bij te werken!

2. Lire

Lees, eventueel in je groepje, verder in het boek. Je mag hierbij een woordenboek gebruiken. Je mag met potlood aantekeningen maken in het boek als dat jou helpt om het verhaal beter te begrijpen. Heb je de hoofdstukken voor volgende les nog niet af? Dan moet je de rest thuis of in tussenuren lezen. 

3. Echanger en groupe

Bespreek in je groepje welk personage je tot nu toe het leukst vindt. Dit mag je in het Nederlands doen, volgende les leer je je mening te geven in het Frans. 

Denk bijvoorbeeld na over de volgende vragen: 

• Welk personage lijkt het meest op je? In wie herken je je het meest? Waarom? 
• Welk personage is het meest positief? Is dat ook jouw favoriete personage? 
• Welk personage vind je minder leuk? Waarom? 
• Welk personage heeft de meeste invloed op het verhaal? Hoe merk je dat? 

4. Evaluation

De docent evalueert het lesdoel en geeft huiswerk op voor de volgende les.