Expression orale

Een belangrijk onderdeel van de taal is spreekvaardigheid. Op deze pagina vind je voorbeelden van gesprekssituaties en tips om je spreekvaardigheid te verbeteren. 

Situation 1 (A1, 4 minutes)

Je voert een kennismakingsgesprek waarin je jezelf voorstelt. Vertel in ieder geval: 

  • Je naam, woonplaats en leeftijd
  • Over je hobby's, sport en baantjes
  • Over je gezin
  • Over je huis (beschrijf dit)

Situation 2 (A1/A2, 3 minutes)

Je vertelt over het afgelopen weekend. Vertel in chronologische volgorde. Vertel in ieder geval: 

  • Wat je hebt gedaan, wanneer en met wie
  • Wat je vond van die activiteit

Situation 3 (A2, 4 minutes)

Je vertelt over een vakantie. Vertel in chronologische volgorde: 

  • Waar je bent geweest
  • Hoe je daar naartoe bent gegaan
  • Met wie
  • In wat voor accommodatie je hebt gezeten
  • Wat je hebt gedaan
  • Wat je ervan vond

Situation 4 (A2, 4 minutes)

Vertel over je favoriete restaurant. Vertel in ieder geval:

  • Waar het is
  • Wat voor soort restaurant het is
  • Wat je het liefst eet
  • Wat je niet lekker vindt om te eten

Situation 5 (A2, 3 minutes)

Vertel over jouw idool. Vertel in ieder geval:

  • Wie het is
  • Wat hij/zij doet
  • Waarom hij/zij jouw idool is

Situation 6 (A2, 3 minutes)

Vertel over jouw hobby. Vertel in ieder geval: 

  • Wat je hobby is
  • Hoe je dat doet
  • Met wie je dat doet
  • Waar je dat doet
  • Waarom het zo leuk is

Situation 7 (A2+, 5 minutes)

Vertel over jouw schoolsituatie en neem een standpunt in. Vertel in ieder geval: 

  • Naar welke school je gaat
  • Hoe je naar school gaat
  • Wat de positieve en negatieve punten aan school zijn en waarom
  • Wat een verbeterpunt voor school zou zijn en waarom

Situation 8 (A2+, 3 minutes)

Vertel over jouw toekomstplannen. Vertel in ieder geval: 

  • Welke opleiding je gaat doen
  • Waarom je die opleiding hebt gekozen
  • Waar je die opleiding gaat doen

Situation 9 (A2+, 3 minutes)

Beschrijf een object. Beschrijf in ieder geval: 

  • Vormen
  • Kleuren
  • Materialen
  • Functies

Situation 10 (A2+, 5 minutes)

Kijk naar de praatplaat en vertel wat je ziet. 

  • Wie zie je
  • Wat zie je
  • Wat gebeurt er
  • Waar 
  • Wanneer
  • (evt) waarom

Situation 12 (B1, 5 minutes)

Je leest en bespreekt een nieuwsbericht. Je kan:

  • Beschrijven om welke gebeurtenis het gaat
  • Vertellen waar het plaatsvindt, wie erbij betrokken zijn
  • Je mening geven over het onderwerp van het nieuwsbericht en je mening onderbouwen

Tips bij het oefenen

Zoek en leer vaste chunks om dingen te beschrijven, je mening te geven en acties te beschrijven. 

Oefen met een klasgenoot, buurman, buurvrouw, moeder, vader of vage kennis. Zo leer je vragen te herkennen en daarop passende antwoorden te formuleren. 

Laptop:

Oefen met ChatGTP. Download in Chrome de extensie 'Talk to ChatGTP'. Je kan dan gesprekken voeren met ChatGTP. 


Leer werkwoorden en signaalwoorden uit je hoofd. 

Oefen met vaste zinnen om te vragen om opheldering of om aan te geven dat je het niet begrijpt. 

Oefen iedere les 5 minuten. Door veel te oefenen wordt het minder spannend en leer je snel beter spreken.