1. Plan je leerwerk en stel deze een aantal keer per week bij. Een planning is niet bedoeld om je aan te houden, maar wel om je overzicht te geven op een aantal momenten in de week. 

2. Zorg ervoor dat je doelen Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden zijn. Dus niet: "Ik ga Frans leren" maar "Over 30 minuten overhoor ik woordenlijst a. Ik wil graag 70% goed hebben".

3. Verdeel je leerwerk in kleine stukjes. Leer niet een hele lijst woorden in een keer, maar verdeel het in stukjes van maximaal 7 woorden. Pas als je die kent, mag je verder met de volgende 7 woorden. 

Het is effectiever om meerdere keren per week kort te leren dan eens in de week lang. Dat komt omdat informatie weer wegzakt. Hoe vaker je het herhaalt, hoe sterker de verbinding in je hersenen wordt gemaakt en hoe langer je het woord onthoudt. 

Leren doe je op een rustige plek die jou niet afleidt. Dat betekent dat je afleidende apparaten weglegt en je bureau opruimt als dat nodig is. Merk je dat je toch afgeleid raakt? Ga na waardoor je afgeleid raakt en ruim dit op. 

Hoe meer zintuigen je gebruikt, des te beter leer je. Dus lees de woorden (zien) en spreek ze uit (spreken, horen). Door de woorden ook te schrijven (voelen) maak je waarschijnlijk minder schrijffouten. 

Voor het leren van het woordbeeld is een digitaal leerprogramma goed te gebruiken. Voor het oefenen van de spelling moet je er echter voor zorgen dat je ook op papier schrijft. Overhoor je altijd minstens 1 keer zoals de toets wordt afgenomen, dus op papier.